Tango Argentino

Argentijnse Tango

De exacte oorsprong van de tango is niet duidelijk. Zeker is wel dat zij eind 19e eeuw is ontstaan aan de oevers van de Rio de la Plata, in Buenos Aires in Argentinië en Montevideo in Uruguay. Daar vermengde de dans en muziek van nakomelingen van zwarte slaven zich met die van seizoenarbeiders en immigranten uit Europa (de helft uit Italië en een derde uit Spanje) en van gaucho’s, Zuid-Amerikaanse cowboys, die op zoek naar werk naar de stad waren getrokken.

Al in de periode 1890-1900, toen ook de eerste tangomuziek van betekenis in Buenos Aires ontstond, gingen mensen ’s avonds naar zaaltjes, cafés of bordelen, of gewoon naar een hoek van twee kruisende straten, om te dansen. In die begintijd waren het vooral de mannen die samen bepaalde danspassen bedachten en uitprobeerden, in stijlen die orillero of canyengue werden genoemd. Zij werden hierbij slechts begeleid door twee muzikanten met een gitaar, fluit of viool. Niet zelden leidde een tango tot ruzie en messentrekkerij.

Buenos Aires groeide enorm aan het begin van de 20e eeuw en het aantal mensen dat zich tot de tango voelde aangetrokken groeide mee. Muzikale ensembles werden talrijker, net zoals de dansgelegenheden. Er kwamen heuse zalen, waar men elke avond naar een milonga kon gaan. De muziek werd in die tijd altijd live uitgevoerd. Orkesten speelden avond aan avond. Ook de bandoneon had inmiddels zijn intrede gedaan en door de grote toeloop van het publiek moesten ook de orkesten groeien om gehoord te blijven worden, boven het geluid van pratende en dansende mensen. Er was namelijk nog geen elektronische versterking. Zo ontstond het orquesta típica.

In de gloriejaren van de tango in Buenos Aires, de jaren 1930-1950, leek het of iedere porteño aan tango deed. Het was een zeer belangrijk onderdeel van de eigen identiteit geworden. Men ging op zijn minst wekelijks een keer naar een milonga, maar ook de opkomst van de radio heeft hier een belangrijke rol in gespeeld.

Voordat de tango daadwerkelijk in Europa gedanst werd, heeft hij veel tegenstanders gehad, o.a. de Franse bisschoppen en vele artsen. Oorspronkelijk werd de tango in sommige kringen gezien als een ordinaire, vulgaire dans. In 1924 werd een gekuiste vorm van de tango in geheel Europa ingevoerd. Zo ontstond de ballroomtango.